Ziek worden is geen pretje. Maar wat met je loon en de tussenkomst van het ziekenfonds? Het algemene principe is dat je de eerste maand ziekte het volledige loon door KU Leuven uitbetaald krijgt (voor iedereen met een contract langer dan 3 maand). Vanaf dag 31 tot en met de 13de maand betaalt jouw ziekenfonds 60 % uit van het begrensd brutoloon (= grens van 3604,37 €; brutolonen die hoger liggen worden tot aan die grens teruggebracht voor de berekening). Nadien (vanaf de 14de maand) val je terug op 65% (gezinshoofden), 55% (alleenstaanden) of 40% (samenwonenden) van het begrensd loon.
Artikel 82 van de "CAO ATP" (collectieve arbeidsovereenkomst die afgesloten wordt tussen de vakbonden en de werkgever) voorziet een gewaarborgd inkomen. Vanaf de 61ste dag van de ziekte zal de KU Leuven bijpassen tot 67 % van jouw werkelijk brutoloon. Opgelet! Dit geldt dus enkel voor personeel dat aangesloten is bij de groepsverzekering (en voor zover voldaan is aan de voorwaarden gesteld in deze polis).
Artikel 43 van de "CAO ATP" voorziet nog een extra bijpassing: de "bestaanszekerheidsdagen". Zolang er "bestaanszekerheidsdagen" op je teller staan zal de KU Leuven vanaf de 31ste dag ziekte 86,93 % van je brutoloon uitkeren.
Het grote probleem echter is dat er geen teller is waar je het aantal opgebouwde dagen kan zien. De werkgever is terughoudend omdat ze absenteïsme vrezen (bv. doordat dat je die opgebouwde dagen zou misbruiken door, voor de duur van de bestaanszekerheidsdagen, ziek te vallen). ACLVB KU Leuven protesteert hiertegen om twee redenen: a) je kan niet zomaar langdurig ziek vallen zonder dat er controle mogelijk is door de artsen van de werkgever of het ziekenfonds; b) bestaanszekerheidsdagen zijn een deel van je loonpakket: je hebt dus het recht om op elk moment exact te weten wat dit precies betekent.
Een tweede probleem is dat je de toepassing van de bestaanszekerheidsdagen tijdig zelf moet vragen of minstens moet controleren, zo niet riskeer je de bijpassing niet te krijgen.
Hoe werkt de opbouw of afbouw van de bestaanszekerheidsdagen? Per 12 maanden dienstanciënniteit bouwt elke werknemer 21 dagen bestaanszekerheid op, ongeacht het tewerkstellingspercentage. Bij de aanvang van de tewerkstelling krijgt ieder personeelslid meteen reeds 63 dagen ter beschikking (noem het een soort "voorafname" op de eerste drie anciënniteitsjaren). Pas na 48 maanden dienstanciënniteit komt de eerste verhoging met 21 dagen er bij. Voor elke dag ziekte (uitzondering: moederschapsverlof, vaderschapsverlof, beroepsziekte of arbeidsongeval) wordt er terug een dag afgetrokken.
Deze tabel is misschien overzichtelijker:
Ziekteperiode | Uitkering ziekenfonds | Uitkering KU Leuven |
---|---|---|
Dag 1 tot 30 | 100 % KU Leuven brutoloon | |
Dag 31 tot 60 | 60 % begrensd loon | Bijpassing tot 86,93 % KU Leuven brutoloon voor de duur van de opgebouwde bestaanszekerheidsdagen |
Dag 61 t.e.m. 13de maand | 60 % begrensd loon | Bijpassing tot 67 % KU Leuven brutoloon (*) Bijpassing tot 86,93 % KU Leuven brutoloon voor de duur van de opgebouwde bestaanszekerheidsdagen |
Vanaf 14de maand | 65 % (gezinshoofden) OF 55 % (alleenstaanden) OF 40 % (samenwonenden) begrensd loon | Bijpassing tot 67 % KU Leuven brutoloon(*) Bijpassing tot 86,93 % KU Leuven brutoloon voor de duur van de opgebouwde bestaanszekerheidsdagen |
(*) Opgelet! Dit geldt dus enkel voor personeel dat aangesloten is bij de groepsverzekering en voor zover voldaan is aan de voorwaarden gesteld in deze polis (*)
Over het gewaarborgd inkomen vind je meer informatie op het intranet.
Over de bestaanszekerheidsdagen vind je... geen informatie op het intranet.